Een leven lang ontwikkelen is in het mkb minder sterk ontwikkeld om redenen als een gebrek aan tijd, geld, kennis of capaciteit. Ook in de landbouw, horeca en recreatiesector is het door de seizoensgebonden arbeid lastig om een leercultuur te ontwikkelen. Met de SLIM-regeling wil het kabinet een bijdrage leveren aan initiatieven in het mkb en specifiek in de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector, gericht op het stimuleren van een leven lang ontwikkelen.

Voor wie?

Elke mkb-ondernemer of een grootbedrijf uit de landbouw, horeca en recreatiesector kan een subsidie aanvragen. Daarnaast kunnen ook samenwerkingsverbanden, via een hoofdaanvrager, een aanvraag indienen. De inzet van samenwerkingsverbanden kan bijdragen aan een beter bereik van kleine ondernemers en aan het verder verspreiden van eerder succesvol gebleken initiatieven. Om te waarborgen dat het effect van de aanvraag daadwerkelijk in het mkb terecht komt, is het vereist dat er minimaal twee mkb-ondernemingen onderdeel zijn van een samenwerkingsverband en bovendien moeten partijen onderling afspreken dat alle partijen een duidelijk gedefinieerde rol hebben bij de uitvoering van het initiatief.

Leerrijke werkomgeving

Om een leerrijke werkomgeving te stimuleren, kunnen werkgevers de scholings- en opleidingsbehoeften in het bedrijf laten onderzoeken en loopbaanadviezen voor de werknemers laten ontwikkelen. Daarnaast biedt de regeling ook ruimte voor initiatieven gericht op het ontwikkelen of invoeren van een methode in een onderneming die werknemers in het bedrijf stimuleert hun kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkelen. Denk aan het starten, uitbreiden of opschalen van reeds succesvolle projecten, bijvoorbeeld de oprichting van een bedrijfsschool op verschillende opleidingsniveaus.31 Of aan het ontwikkelen en toepassen van een systeem van periodieke ontwikkelgesprekken met de medewerkers in het bedrijf.

Derde leerweg

Verder kunnen werkgevers met de SLIM-regeling ook subsidie aanvragen voor de activiteiten van werkgevers om hun medewerkers (delen van) mbo-opleidingen in de derde leerweg te laten volgen. Hierdoor kunnen mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld omdat ze geen startkwalificatie bezitten, worden begeleid naar een hoger niveau. De beroepsopleiding in de derde leerweg wordt niet bekostigd door OCW en komt nu nog vaak voor de rekening van de werkgever en de werknemer. De subsidie moet het aantrekkelijker maken om een opleiding te combineren met werk. De derde leerweg biedt ruimte voor verkorting van de opleiding voor medewerkers die al over de nodige werkervaring beschikken. Ook biedt de derde leerweg mogelijkheden om, gedurende een aantal maanden, medewerkers in de praktijk van het leerbedrijf op te leiden en het traject af te ronden met een praktijkverklaring of mbo-certificaat. Zowel bekostigde als niet-bekostigde mbo-instellingen kunnen de opleiding aanbieden. De derde leerweg is, vanwege deze ruime mogelijkheden, een geschikte leerweg om maatwerktrajecten te realiseren voor volwassenen met werkervaring, werkzoekenden of werknemers die een carrièreswitch willen maken.

Cofinanciering en subsidiehoogte

De subsidieverlening gebeurt altijd op basis van cofinanciering. In beginsel geldt een standaard cofinancieringspercentage van 60%, waarbij de overheid 60% inlegt en de onderneming of het samenwerkingsverband 40%. Om de regeling juist ook aantrekkelijk te maken voor de kleine onderneming, geldt voor hen een cofinancieringspercentage van 80%. Dit betekent dat van kleine ondernemingen een minder grote eigen bijdrage wordt gevraagd dan van middelgrote bedrijven, samenwerkingsverbanden en de grootbedrijven uit de drie seizoensectoren. De maximale subsidie voor een individuele aanvraag van een mkb-onderneming bedraagt € 24.999,-. Voor samenwerkingsverbanden bedraagt de subsidie maximaal € 500.000,-. Voor subsidies gericht op het bieden van praktijkleerplaatsen voor het behalen van een mbo-diploma, mbo-certificaat of praktijkverklaring in de derde leerweg, geldt dat de maximale subsidie € 2.700,- per gerealiseerd traject is. Dit bedrag is gelijkgetrokken met het maximale subsidiebedrag dat werkgevers kunnen ontvangen op grond van de subsidieregeling praktijkleren. In de derde leerweg gaat het vaak om maatwerktrajecten met een kortere opleidingsduur. De hoogte van de subsidie die een werkgever ontvangt is afhankelijk van de duur van het traject.

Aanvullende financiering

Voor dit initiatief zal, zoals aangegeven,  geregeld worden dat werkgevers een vaste vergoeding van maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijkleerplaats kunnen krijgen. De vergoeding van € 2.700 geldt voor een opleiding van een jaar. Als de opleiding korter duurt dan een jaar, wordt de hoogte van de vergoeding naar rato vastgesteld.  Het bedrag van € 2.700 is een vergoeding voor de kosten die de werkgever moet maken in verband met het verkrijgen van de opleiding voor de werknemer, zoals begeleidingskosten, kosten voor productiviteitsverlies of (voor zover van toepassing) verletkosten.

Wil je meer informatie over de SLIM-regeling?

Neem dan contact ons op via 0497-33 12 00 of stuur een e-mail naar info@kempenplus.com.

Heb je op deze pagina de informatie gevonden die je zocht?